“Verdiepte Governance wordt een succes als het werkveld de inzichten en het gedachtegoed omarmt en er moedig en concreet werk van maakt.”
Als MT-lid en programmamanager bij de Goldschmeding Foundation zet Suzanne Ekel zich dagelijks in voor een menswaardige economie. Gedreven door een langetermijnvisie streeft de Goldschmeding Foundation naar substantiële veranderingen in de wereld van werk, ondernemerschap en economische samenwerking. Het leiderschapsproject Verdiepte Governance sluit, net als voorloper Ongemak in de Boardroom, perfect aan bij deze missie. Vandaar dat dit project actief wordt ondersteund met financiering, kennis en netwerken.
De Goldschmeding Foundation maakte eerder het project Ongemak in de Boardroom mogelijk. Wat was de reden om hier een vervolg aan te geven in het nieuwe project Verdiepte Governance?
“Het besluit om een vervolg te geven aan Ongemak in de Boardroom kwam voort uit de enorme interesse en betrokkenheid uit het werkveld van bestuurders en toezichthouders. Bij het slotevent met 300 betrokkenen was het zo duidelijk dat deze verdiepte manier van toezicht en bestuur vanuit de mensen zelf moet komen. Je hebt niet genoeg aan wetten en regelgeving, er is echt iets nodig vanuit het leiderschap van mensen in die boardroom. Die gedachte sloeg aan, resoneerde sterkt bij bij de betrokken en het door hen ervaren ongemak, dat het overduidelijk was dat hier een vervolg op moest komen.
Als Goldschmeding Foundation werken wij aan lange termijn systeemveranderingen. Dat vraagt nu eenmaal een lange adem. In de eerste etappe hebben we bij wijze van experiment dingen onderzocht en uitgeprobeerd. Toen dat tot een eerste maar betekenisvolle versie van een aantal Good Practices leidde die goed aansloegen, was het niet meer dan logisch om door te gaan en de inzichten verder te verrijken, verdiepen en verspreiden.”
Wat maakt dit project anders dan de vele andere projecten die de Goldschmeding Foundation mede mogelijk maakt?
“In dit project draait het om de ethiek en het besef dat de mensen in de top van het bedrijfsleven een enorme potentiële impact hebben op hoe de wereld eruitziet. Dat is een grote verantwoordelijkheid die verder gaat dan het besturen van of toezichthouden op het bedrijf. Verdiepte Governance onderzoekt hoe dat kan werken op wetenschappelijke basis maar ook in de praktijk. Daarbij zien ook de opleidingsinstituten dit als een belangrijke toegevoegde waarde op alle kennis en inzichten die zij in hun leergangen aanreiken en nemen zij actief deel aan het project. Dit samenspel tussen wetenschap, bedrijfsleven en opleidingsinstituten is echt uniek aan dit project. Met elkaar zoeken we een manier die voor de mens achter de commissaris en bestuurder, de bedrijfsvoering én de maatschappij goed is en werkt.”
Wat is de grootste uitdaging die je in dit project verwacht tegen te komen?
“Op dit moment zitten we in de opstartfase van het project, waarbij weer een nieuwe groep bestuurders en commissarissen samengesteld wordt. Zij gaan in een aantal bijeenkomsten met elkaar in gesprek over de good practices die tijdens Ongemak in de Boardroom zijn ontwikkeld. Daarnaast is er een grotere groep wetenschappers aangetrokken, de opleidingsinstituten, en we hebben nog de alumni uit de eerste etappe die ook nog altijd samenkomen om praktijkervaringen uit te wisselen en de good practices helpen aanscherpen.
De grootste uitdaging zit straks in het bundelen van de inzichten van al deze groepen tot een nieuw, verdiept en verrijkt good practices overzicht. Dat moet zorgvuldig gebeuren en het moet bovendien toepasbaar zijn in de governancepraktijk. Dat is al een uitdaging op zich. Er zullen drempels weggenomen moeten worden om alles goed te laten verlopen. Dat vergt soms bloed, zweet en tranen, maar ook gewoon een lange adem. Als het makkelijk was, dan was alles er al en was dit project niet nodig.”
Wanneer is dit project voor jou persoonlijk en voor de Goldschmeding Foundation geslaagd?
Ons einddoel is natuurlijk dat bestuurders en toezichthouders in hun praktijk ervaren dat ze echt toegerust zijn om met het ongemakkelijke van de grote veranderingen in de samenleving in hun boardroom om te gaan. Om dat ongemak ‘te houden’ en wijs en menswaardig besluiten te nemen, in verbinding met zichzelf, anderen en de stakeholders van de board en organisatie. Maar we realiseren ons dat dit een doelstelling is voor de lange termijn. Daarom is het ook zo belangrijk dat de opleidingsinstituten straks weer een stap verder zijn in hoe zij deze nieuwe manier van denken en werken kunnen opnemen in hun curriculum. En dat de deelnemers uit de praktijk getuigen van hun betekenisvolle ervaringen en inzichten. Dat zorgt inspiratie en toepassing nu én verankering op de lange termijn landing in de praktijk.
Als we puur kijken naar deze fase, dan ben ik tevreden als de deelnemende bestuurders en toezichthouders en een aantal grote netwerken en brancheorganisaties aan het eind van de rit inzien hoe wezenlijk het is om de transitie van binnenuit te laten plaatsvinden; niet alleen vanuit regels en richtlijnen, en voorbij moreel beraad; echt vanuit hun eigen wezen en drijfveren en betrokkenheid op de wereld, waar de organisatie onderdeel van is. Wij zijn een filantropisch fonds en maken graag dingen mogelijk die niet vanzelf gaan. Maar het kan alleen een succes worden als het werkveld het gedachtegoed omarmt en er daadwerkelijk werk van gaat maken. Op die manier werken we graag samen aan beter.”